Accent Adviseurs Hero image

Leefbaarheid en goede doorstroming zijn niet hetzelfde

Bron: artikel verkeerskunde door Bram Louwers

Beleidsmedewerker Jack Dörfel (gemeente Boxtel) en mobiliteitsadviseur Bram Louwers (Accent Adviseurs) pleiten voor een fundamentele heroriëntatie: draai de volgorde om, zet leefbaarheid bovenaan en pas daarna mobiliteit, woningbouw of parkeren in.

Als voorbeeld noemt Dörfel een drukke verkeersader met 15.000 voertuigbewegingen per dag. Voor de leek veel, maar volgens de normen niks aan de hand. Er zijn voldoende rijstroken, doorstroming is gegarandeerd en de intensiteiten zijn te onderbouwen.

Leefbaarheidsprobleem

Toch ervaren bewoners al jaren een flinke last. Geluid, trillingen, hinder en de voortdurende beleving van drukte zorgen voor een gevoel dat de leefomgeving wordt aangetast. “Je krijgt dan het vreemde effect dat we onderzoeken uitvoeren en concluderen dat er geen probleem is, terwijl iedereen het dagelijks ervaart,” zegt Dörfel. “Dan is het dus geen verkeerskundig probleem, maar een leefbaarheidsprobleem. En precies daar loopt het spaak: wie is daarvan de probleemeigenaar?”

Leefbaarheid figureert in elk beleidsdocument wel, maar zelden heel concreet. “In veel duurzame ontwikkelingsprogramma’s staat er wel iets over gezondheid of groen, maar leefbaarheid zelf krijgt nauwelijks een plek,” zegt Dörfel. “Terwijl het eigenlijk de overkoepelende schakel is die alles raakt: geluid, emissies, ruimte, beleving, klimaat, mobiliteit.” Volgens hem is het de kunst om leefbaarheid als uitgangspunt te nemen, niet als sluitpost. Dat vraagt om een fundamenteel andere manier van rekenen en plannen.

Alternatief denkkader

Dörfel schetst een alternatief denkkader. Begin met de leefbaarheidsuitgangspunten: hoeveel groen, water en speelruimte wil je in een gebied behouden? Welke maximale geluid- of trillingsbelasting accepteer je? Trek dat af van de totale ruimte en emissieruimte die beschikbaar is. Pas daarna bepaal je hoeveel woningen, parkeerplaatsen of wegen er nog in passen.

Een experiment in Boxtel liet zien dat deze omgekeerde benadering verrassende effecten kan hebben. Het aantal woningen dat uiteindelijk gebouwd kan worden is wellicht lager, maar de procedures verlopen sneller en met meer draagvlak. “We zien talloze projecten die jarenlang stranden bij de Raad van State vanwege discussie over details – soms gaat het letterlijk om één parkeerplaats. Als je dat vooraf meeneemt vanuit de leefbaarheidskaders, bespaar je jaren,” aldus Dörfel.

Louwers: “We hebben nu stapels dossiers die jarenlang blijven liggen. Als je vooraf duidelijkheid hebt en het proces eenvoudiger maakt, bouw je uiteindelijk meer woningen per jaar, ook al zijn het er per project misschien iets minder.” Het effect is ook psychologisch, vult Dörfel aan: “Als een ontwikkelaar vanaf het begin weet dat er maar 85 woningen passen in plaats van de beoogde 100, dan is dat zijn businesscase. Dan is er duidelijkheid en kunnen we door.”

Hokjesdenken doorbreken

Beiden benadrukken dat het denken in leefbaarheid ook helpt om hokjesdenken te doorbreken. Nu worden bewoners vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Geluid valt onder milieu, trillingen onder verkeer, groen bij ruimtelijke ordening. “Iedereen voelt zich verantwoordelijk voor een stukje, maar niemand voor het geheel,” zegt Louwers. “Leefbaarheid zou dat overkoepelende thema moeten zijn waar alle beleidsvelden op aansluiten.” De Omgevingswet kan daarbij helpen, alhoewel dat complex is.

Nog een voorbeeld: een gemeenten met een plan voor veertig appartementen. Het plan strandde op één parkeerplaats. De Raad van State oordeelde dat er 37 parkeerplaatsen hadden moeten worden voorzien in plaats van 36. Gevolg: twee jaar vertraging. “Als je vanaf het begin rekent vanuit leefbaarheid en draagkracht van de locatie, dan had je daar nooit op vastgelopen,” zegt Dörfel. “Dan had je waarschijnlijk sneller kunnen bouwen – en uiteindelijk meer woningen per jaar gerealiseerd.”

Bestuurders willen vaak houvast in normen en regels. Projectontwikkelaars rekenen vanuit hun businesscases. En ook binnen gemeenten zelf botsen belangen. “Het is makkelijker je te verschuilen achter een parkeernorm dan om het gesprek aan te gaan over leefbaarheid,” zegt Louwers. Dörfel vult aan: “We zitten gevangen in een tunnel van hoe we het altijd hebben gedaan. Dat maakt het spannend, maar juist daarom moeten we blijven bevragen of we de goede dingen doen.”

Leefbaarheid is niet alleen als beleidsmatig uitgangspunt, maar ook een middel om vertrouwen te herstellen. “Als je als bestuurder kunt laten zien dat je een proces korter en duidelijker maakt door leefbaarheid voorop te zetten, dan ben je betrouwbaarder,” zegt Dörfel. “Bewoners voelen zich serieus genomen, ontwikkelaars weten waar ze aan toe zijn, en procedures duren minder lang.”